Technologie belooft gouden bergen. Snellere triage, soepelere consultvoorbereiding, automatische verslaglegging: het klinkt als de oplossing voor de overbelaste huisarts. Maar huisarts Valentijn Deijns weet uit ervaring dat de werkelijkheid vaak weerbarstiger is. AI kan de huisartsenzorg verlichten, of juist extra werk opleveren. Hoe weet u of een innovatie écht werkt in uw praktijk? In dit artikel deelt Valentijn concrete handvatten om het verschil te herkennen, én de belangrijkste vragen die u leveranciers zou moeten stellen voordat u investeert.
"Er wordt veel beloofd door technologie, maar vaak zonder echt inzicht in de dagelijkse praktijk van zorgprofessionals," zegt hij. Want de grootste uitdaging zit volgens Valentijn niet in de techniek zelf, maar in de vraag: sluit ze wel echt aan op de praktijk? "Goede oplossing kunnen niet ontwikkeld worden zonder begrip van de werkvloer." En als dat misgaat, dan gebeurt er iets heel hinderlijks en herkenbaars: "In plaats van problemen op te lossen, creëert u nieuwe."
Hij heeft het al te vaak zien gebeuren tijdens pilots: veelbelovende innovaties die uiteindelijk vastlopen in de hectiek van de spreekkamer. Goede bedoelingen, maar een slechte aansluiting.
Te vaak ontstaat technologie vanuit wat technisch mogelijk is, niet vanuit wat daadwerkelijk nodig is. Tools worden ‘aangeboden’, maar sluiten niet aan op bestaande werkprocessen of urgente knelpunten. “Zonder inzicht in het échte probleem wordt extra werk gecreëerd in plaats van weggenomen.”
Waarom huisartspraktijken überhaupt niet om AI heen kunnen, leest u in dit artikel: Zonder AI redden we het niet: huisarts Valentijn Deijns over hoe technologie het verschil maakt.
Valentijn benadrukt dat effectieve toepassingen herkenbare problemen oplossen. Een AI-tool die automatisch de juiste declaratiecode voorstelt bijvoorbeeld, of een systeem als NHGDOC dat op de achtergrond meekijkt of de chronische zorg volledig is. Het succes van zulke oplossingen hangt niet alleen van de technologie af, maar vooral van de aanpak van de leverancier: eerst luisteren, dan bouwen. Niet zenden, maar vragen. Samen testen, bijsturen en feedback serieus nemen. “Geen partij die komt vertellen wat er moet worden gekocht, maar een die begrijpt wat nodig is en dit dan ook kan bouwen.”
Zo herkent u of AI wél werkt
In de praktijk herkent Valentijn snel het verschil tussen oplossingen die het werk ondersteunen en systemen die vooral frustreren. “AI helpt pas als het werk lichter wordt. Anders wil ik het niet.”
Wat niet werkt:
Valentijn adviseert praktijken om kritisch te zijn voordat ze investeren. Niet uit wantrouwen, maar om teleurstelling en tijdverlies te voorkomen. De centrale vraag blijft: "Wat wil ik eigenlijk oplossen?" Alleen dan valt te bepalen of een oplossing kans van slagen heeft.
Valentijns aanpak:
“Dat heeft mij enorm geholpen in het bepalen welke partijen het waard zijn om tijd en energie in te steken.” Als een innovatie nog geen referenties heeft, kijk dan naar de impact op kleine schaal: tijdswinst, minder fouten, meer rust. Zo niet, dan niet.
AI is geen doel, maar een middel om huisartsenzorg werkbaar te houden. Wanneer het aansluit bij de praktijk, heeft het potentie. Zelfs als iets niet slaagt, ontstaat er inzicht in wat niét werkt en daarmee ook wat wél kan helpen. Soms maakt het mislukken van een pilot duidelijk dat u het probleem wat u wilde oplossen toch niet helemaal helder had. Dus op naar een nieuwe poging.
“We hebben AI nodig om de zorg beschikbaar te houden en te voorkomen dat deze verder verschraalt.”
De sleutel tot succes ligt volgens hem bij partners die begrijpen hoe huisartspraktijken functioneren en die bereid zijn om mee te denken in plaats van te zenden. Werkbare innovatie begint op de werkvloer. Alleen dan wordt technologie een steun, geen belasting. Lees ook: Zo begint u met AI in de huisartsenpraktijk, met praktische tips, voorbeelden en een handvatten voor uw eerste stappen.